Introductie hotmelts

Hotmelts zijn in principe thermoplastische kunststoffen, die vloeibaar worden wanneer deze worden verhit. Doorgaans ligt de smelttemperatuur van hotmelts tussen de 60 en 160 graden Celsius. Overigens is de smelttemperatuur niet gelijk aan de hittebestendigheid.

Een hotmelt kan over het algemeen heel snel verwerkt worden. Aandruktijden van 0,01 tot 3 seconden zijn vrij standaard, afhankelijk van de toepassing.

De viscositeit van een hotmelt is meestal vastgelegd in combinatie met de gewenste applicatietemperatuur, van de hotmelt. Voor contactloze spuitapplicaties liggen deze meestal op 500 tot 2.000 m.pas bij 160 graden celcius.

Voor specialistische toepassingen, zoals hotmelt op walsen, rollercoaters, coatingkoppen of op slotcoaters, kan meestal met een hogere viscositeit worden gewerkt.

De meeste hotmelts moeten hun hechting krijgen in warme toestand; de substraten moeten met de warme lijm ertussen op elkaar worden aangebracht.

Zelfklevende hotmelts (PSA, pressure sensitive adhesives) kleven ook nog na afkoeling. Typische toepassingen hiervoor zijn zelfklevende materialen, zoals zelfklevende tapes (plakband), zelfklevende etiketten (stickers) en montagetoepassingen, zoals het verkleven van ondervloerdelen.

Niet zelfklevende hotmelts bestaan ruwweg meestal uit een polymeer, een hars en een was. De polymeertermen worden dan vaak gebruikt, en zijn ondermeer: